Het is interessant te zien hoe financiële experts en (voormalige) medewerkers
uit de financiële sector reageren op het vragen- en antwoordenspel tussen de
leden van de parlementaire commissie De Wit en hun genodigde sprekers.
Er zijn vooral veel "euh’s" en "ah’s" en veel geschuif met
A4’tjes en aantekeningen hoorbaar, terwijl de commissieleden hun vragen
stellen en hun best doen om te begrijpen waar de materie in de antwoorden
over gaat. Want de politieke partijen hebben er bewust voor gekozen om niet
hun financiële specialisten af te vaardigen, maar juist Kamerleden te zenden
die redelijk bleu zijn.
Open deur
De eerste spreker maandag 18 januari was Coen Teulings, directeur van het
Centraal Planbureau (CPB). Na hem volgden Sweder van Wijnbergen, hoogleraar
economie, Onno Ruding, voormalig minister van Financiën en oud-bankier, en
tot slot Bert Bruggink, financieel topman van Rabobank.
Je kon natuurlijk op je klompen aanvoelen wat de vier heren vanuit hun
achtergrond zouden gaan zeggen. Teulings zou gaan zeggen dat voorspellen een
lastig vak blijft en dat zijn CPB niet te laat waarschuwde.
Waarvan akte.
Van Wijnbergen zou gaan zeggen dat hij het allemaal al lang had zien aankomen
en dat werkelijk iederéén had zitten slapen.
Waarvan akte.
Onno Ruding, voormalig politicus en bankier, zou een middenpositie innemen en
weinig schokkends zeggen. Waarvan akte.
Bert Bruggink, financieel topman van Rabobank, zou gaan zeggen dat Rabobank
niet meedeed aan de riskante kredietenpraktijken van andere banken, maar dat
de bank wel last had van wat die anderen allemaal verkeerd hadden gedaan.
Waarvan akte.
Operatie Schone Straten
Het laat zich ook raden wat de nog komende genodigden de komende drie weken
gaan doen: stevig hun straatje schoonvegen. Over drie weken kan de conclusie
alleen maar zijn dat niemand echt schuld had aan de kredietcrisis, dat er
een gebrek aan toezicht was (op wie dan? De Amerikanen waarschijnlijk), of
dat de verantwoordelijkheid toch echt bij voorgangers lag.
Deze eerste fase van de commissie, kortom, zal weinig tot geen nieuwe
inzichten opleveren. De kredietcrisis kon ontstaan doordat er - jaren
geleden al - een nieuwe markt in innovatieve kredietproducten opstond die de
creatie van meer, goedkoop geld mogelijk maakte. Dat zwengelde een hele
industrie aan die van lieverlee een geldmachine werd. Toezichthouders en
zelfs bankdirecteuren stonden erbij, keken ernaar en wisten niet goed wat ze
ermee moesten.
Toezichthouders tandeloos
Want de crux was al die tijd dat, hoewel toezichthouders zich best zorgen
maakten en ook af en toe waarschuwden, zij simpelweg niet de
wetsinstrumenten hadden om in te grijpen. Dat zal dan ook het verweer zijn
van Nout Wellink, die later pas voor de commissie zal verschijnen. Maar dat
heeft hij al eens uitgelegd in de Tweede Kamer en hoewel je Wellink kan
verwijten dat hij zijn mond eerder en krachtiger open had kunnen doen, heeft
hij zeker een punt.
Veel belangrijker wordt wat de commissie De Wit in de tweede fase gaat
onderzoeken: de aanbevelingen die specialisten doen om een herhaling van de
kredietcrisis te voorkomen. En vervolgens natuurlijk wat er met die
aanbevelingen gedaan wordt.
Mogelijke maatregelen
Komt er een bonustaks, zoals in Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde
Staten? Wordt de benoeming van de president van De Nederlandsche Bank
weggehaald bij de politiek, waardoor die minder omfloerst hoeft te opereren?
Worden de wetjes en regeltjes opgerekt door de Tweede Kamer, zonder daarbij
steeds achterover te kijken naar wat de concurrentie (lees: andere
regeringen) doet? Wordt de Code Maas omgezet in wetgeving, met sancties bij
overtreding?
Belangrijke vragen. Maar eerst moeten we nog drie weken lang, dag in dag uit
kijken naar hoe een oude prak wordt opgewarmd.
Het had efficiënter gekund.
Lees ook:
producten'
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl